Herkenning: |
Heel licht grijsblauw gekleurde vlinder zonder oranje vlekjes op de onderkant. Fladdert vaak langs toppen van struiken en bomen.
|
|
Waardplant: |
sporkenhout, hulst, klimop, vlinderstruik, …
|
|
Standplaats: |
liefst op warme en zonnige plaatsen
|
|
Nectar: |
sap van bomen en honingdauw, ook nectar van bloemen en kruiden
|
|
Vliegperiode: |
van begin april tot begin september in twee generaties
|
|
Aantal generaties: |
2 (uitzonderlijk 3)
|
|
Overwintering: |
als pop in de strooisellaag tussen bladeren
|